Jan Frits & Ethiopië

4 - 30 januari 2003

We zijn weer terug na onze omzwervingen in Ethiopië. En we kunnen wel stellen dat het een diepe indruk op ons heeft gemaakt. Wat een land, wat een natuur, wat een mensen, wat een armoede, wat een mooie historische gebouwen, basic hotels, slechte wegen, mooi weer, kortom het land had alles.

4 januari; Heenreis

's Ochtends vroeg zijn we vertrokken. JP bracht ons naar het vliegveld, want hij wilde onze auto wel voor 4 weken lenen. En ja, dan moest hij ons wel brengen en halen. Alhoewel we het dichtste bij het vliegveld woonden waren we de laatsten van de groep die incheckten. De reis naar Addis Abeba liep voorspoedig, om half tien 's avonds locale tijd kwamen we aan. Marleen, de reisbegeleidster, stond buiten het vliegveld op ons te wachten. Snel de bagage bovenop de bus, naar het hotel, nog wat informatie gekregen en naar bed.

5, 6 januari: Addis Abeba – Arba Minch

De volgende ochtend begon de reis natuurlijk pas echt. Om op de juiste datum voor het Timkat festival in Lalibela te zijn gingen we eerst twee weken door het zuiden van Ethiopië reizen. Dat is het gedeelte van Ethiopië waar het heel groen is, veel meren liggen en waar de verschillende stammen wonen die we zouden bezoeken. Via het meer van Ziway (waar we hele grote maraboes hebben gezien en de eerste visarenden) gingen we naar Arba Minch. In het hotel hier kon je, net als in de meeste andere hotels, ook kamers per uur huren. Daarom lagen er overal pakjes condooms op de nachtkastjes. En er zijn heel vriendelijke mooie meisjes die in de bar voor de drankjes zorgen. Over prostitutie wordt ook helemaal niet geheimzinnig gedaan in Ethiopië. Het is gewoon onderdeel van het leven.
Vanaf het terras van het hotel had je een prachtig uitzicht over Lake Chamo waarop we de volgende ochtend een boottochtje hebben gemaakt en hele grote krokodillen hebben gezien. De grootste waren vijf á zes meter lang. De Nijlpaarden die er ook zitten lieten zich niet zien, de stroming scheen te sterk te zijn.
Terug naar boven

7 januari: Arba Minch - Konso

's Middags zijn we overgestapt in landcruisers, en naar Konso gereden. Hier hebben we een typisch Konso-dorp bekeken, allemaal smalle steegjes, overal ronde hutjes, heel veel mooie mensen, leuk om te horen hoe zo'n indeling tot stand komt. Vanaf hier moeten we ook betalen als we foto's van mensen maken. Hier nog 1 birr , ongeveer 12 cent, nog verder in het zuiden bij de Mursi 2 of 3 birr. En geef de mensen eens ongelijk, dat geld is voor ons niks, voor hen is het een heel kapitaal. Kunnen zij weer eten of gereedschap voor kopen. Het eten in vooral het zuiden (maar ook af en toe in het noorden) is heel eenvoudig. Toast met marmelade als ontbijt, met als afwisseling een gebakken eitje als diner kon je vaak kiezen uit enjera (ethiopisch gerecht, groot plat zuur brood met vleessaus of groeten of iets anders), spaghetti met tomatensaus of lamsvlees met rijst. Heel af en toe was er nog iets anders. Lunchen deden we altijd langs de weg, maakten we met z'n allen een salade dat we met brood aten. Lekker en ook nog verse vitamines.
Terug naar boven

8 januari: Konso - Turmi

Na Konso reden we naar Turmi. Hier gingen we voor het eerst kamperen. We stonden hier op de camping waar Lex en Linda afgelopen april waren weggespoeld. Onderweg zagen we voor het eerst Hamar mensen. Die hebben een mooi vlechtjes kapsel wat ze met boter en henna insmeerden zodat het een mooie roodbruine kleur kreeg. En ze droegen mooie vellen versierd met schelpjes. We hadden niet gedacht dat de natuur in Ethiopië zo afwisselend zou zijn. Veel heuvels, veel groen, rode aarde in verschillende tinten. Het graan was net geoogst, je zag overal oppers liggen en de mensen waren druk met dorsen met behulp van koeien/ossen/ezels/paarden. Als je dat zo zag zou je niet denken dat in een deel van Ethiopië, het uiterste noorden en de Ogadenwoestijn in het oosten een hongersnood dreigt. Elke ochtend stonden we zo rond half zeven op, zeven uur ontbijt en half acht rijden. Kortom, een straf regime.
Terug naar boven

8 januari; Turmi - Jinka

Vanuit Turmi zijn we naar de markt in Key Afar gegaan. Heel mooi, mensen van verschillende stammen komen daar om hun producten te verkopen, onder andere Hamar mensen, Banna en Tsumi. Vooral de Banna mannen zagen er in onze ogen erg verwijfd uit. Daarna doorgereden naar Jinka voor onze tweede camping. Het kamperen ging goed, we hadden nieuwe tenten die heel snel konden worden opgezet en afgebroken. De kampeerterreinen waren eenvoudig, maar wel schoon en er was altijd water uit de pomp en in Jinka waren zelfs 2 douches.
Terug naar boven

9 – 10 januari; Mago nationaal Park

Vanuit Jinka begon de zeer indrukwekkende maar ook moeizame tocht naar Mago National Park, waar we de Mursi zouden opzoeken, het volk waarvan de vrouwen schoteltjes in hun onderlip hebben. Het had een week eerder flink geregend, waardoor het zandpad behoorlijk slecht begaanbaar was. En één van onze chauffeurs had hier helemaal geen ervaring mee, met als gevolg dat hij om de honderd meter vast kwam te zitten en weer losgetrokken moest worden. Dit koste behoorlijk wat tijd, waardoor we pas na een uur of tien bij een groep Mursi, die ons tegemoet gelopen waren, aankwamen. En dat was toch een beetje een kermisattractie. Ze waren erg commercieel, wisselden hun sierraden uit, om ons op het verkeerde been te zetten. Sierraden die helemaal niet bij hun horen, maar die ze voor de toeristen hebben gemaakt. Na het fotograferen van de Mursi weer in de auto en naar de camping, waar we pas tegen acht uur 's avonds aankwamen. Gelukkig waren de tenten al opgezet en waren ze ook al met het eten begonnen en konden we zo aanschuiven.
Terug naar boven

11 - 14 januari; Jinka, Konso, Dila, Lake Langano, Addis Abeba

De volgende ochtend gingen we weer terug naar Jinka, waar we dit keer in een hotel zaten. Vieze kamer met vieze badkamer. Dit was echt het slechtste hotel tijdens de hele reis. Eindelijk hadden we ook een halve middag om te doen wat je zelf wilde, in ons geval: niets! Lekker luieren met een biertje, een boek en een beetje kletsen met een aantal reisgenoten. We hadden een behoorlijk oude groep, de gemiddelde leeftijd lag tussen de 55 en 60. We hadden vier mensen in de groep die 70 jaar of ouder waren, en wij waren met z'n tweetjes de jongstenvan de groep. Dat hebben we echt nog nooit meegemaakt. En er was enorm veel reiservaring, er waren mensen bij die wel zes keer per jaar op reis gingen, en de meesten gingen toch wel minstens twee keer. Daardoor konden we veel informatie opdoen. Vanuit Jinka via Konso naar Dila, waar we de landcruisers weer inruilden voor de bus. Waren weer twee lange rij-dagen, maar wel te doen door al het moois dat we voorbij zagen komen, zowel natuur als mensen. Wel veel materiaalpech, twee auto's die het af en toe begaven. Bij lake Langano nog een halve dag aan het meer gezeten, mooi uitzicht, lekker even de tijd om een wasje te doen, want hier was warm water. En vanuit daar weer door naar Addis Abeba, waar we tegen de middag aankwamen. Een enorme stad dier ons absoluut niet aanspreekt, allemaal laagbouw, armoedig, niets bijzonders te zien. We hebben daar 's avonds in een traditioneel Ethiopisch restaurant gegeten. Heerlijke Enjera, lekker Ethiopisch muziekje op de achtergrond, mooie meisjes in de bediening, kortom lekker eens een heel andere avond. Daarna kon de noordelijke omgang beginnen.
Terug naar boven

15, 16 januari; Addis Abeba – Lallibela; 17 - 19 januari Lallibela

In twee dagen van Addis naar Lalibela gereden in een oude krakkemikkige bus waarvan de motor regelmatig aan de kook raakte mede doordat de chauffeur niet rijden kon.
En in Lalibela hebben we dan Timkat festival meegemaakt. Is echt fantastisch om mee te maken. Heel kleurrijk, imponerend, grappig. Op de eerste dag wordt 's middags de ark des verbonds uit de verschillende kerken in processie naar buiten gedragen. Daarna verzamelden die processies op een plein waarna het in een grote optocht naar het feestterrein gaat. Daar worden de arken in een tent gezet, waarna er een nachtwake volgt waarbij de priesters de hele nacht bidden en zingen. Heel veel mensen blijven ook op dat terrein overnachten. De volgende ochtend is er dan een doopmis. Eerst een heleboel gebeden en gezang, dan wordt het water gezegend, worden er een aantal kinderen gedoopt en dat kan iedereen met het heilige water besprenkeld worden. Het startsein daarvoor wordt gegeven door een priester die een emmer water over de menigte gooit. Daarna dringt iedereen naar het water met flessen en emmers en kan het waterballet beginnen. Een wonderlijke omslag van een hele zware gedragen sfeer naar een uitgelaten stemming. Fantastisch om er bij te zijn. 's Middags worden de arken dan weer in processie naar de kerken gedragen, behalve de ark van de Saint Michael, die wordt op de derde dag teruggedragen. Die processies zijn heel kleurrijk, veel mooie gewaden, mooie glimmende gekleurde paraplus, veel gezang en gedans. Echt indrukwekkend om mee te maken.
Verder hebben we de rotskerken bezocht waarom Lalibela beroemd is. Deze zijn uit de rotsbodem uitgehakt. Een ongeveer twaalf meter diepe sleuf rondom en het binnenste deel is dan van onderaf uitgehold. Je moet het zien om het echt te bevatten.
Terug naar boven

22 - 24 januari: Axum – Debark- Gondar

Van Axum zijn we naar Debarkgereden. Hier hebben we 's avonds de mooiste sterrenhemel gezien die we ooit hadden meegemaakt. Het zicht was extra goed omdat de stroom was uitgevallen in de hele omgeving en het was imposant. De volgende morgen zijn we gaan wandelen in het Simien-gebergte. Hier leven Galada Bavianen. Die komen alleen in Ethiopië voor en hebben geen natuurlijke vijanden, waardoor je er erg dichtbij kunt komen. Ze eten alleen maar gras en peuteren op een hele grappige manier de graswortels uit de grond. Leuk om te zien.
Daarna weer doorgereden naar Gondar. Daar staat een hele mooie kerk met veel oude schilderingen. Heel veel engelen op het plafond, maar ook hele verhalen op de muren. Alles is geschilderd in een heel naïeve stijl, bijvoorbeeld het aantal benen komt niet overeen met het aantal hoofden dat geschilderd is. Ook hebben we hier nog de Royal Enclosure gezien: ruïnes van paleizen.
Terug naar boven

25 - 27 januari: Gondar– Lake Tana - Deien – Addis Abeba

Van Gondar gingen we naar Bahar Dar, aan het Tanamee. Hier kon je 's avonds heerlijk op een terras aan het meer zitten. Door het krappe reisschema (in verband met Timkat) was er helaas geen mogelijkheid om de kerken op de eilandjes in Lake Tana te bezoeken. Echt ontzettend jammer, want dat is toch één van de dingen waarom Ethiopie beroemd is.
We zijn doorgereden naar de watervallen in de Blauwe Nijl. Doordat er een stuwdam gebouwd is stroomt nu nog maar 25% van het water in deze rivier over de watervallen. Evengoed toch een mooi gezicht, met de zeer groene oevers van de rivier op de achtergrond.
Via Dejen het op één na slechtste hotel van deze reis, ging het weer naar Addis Abeba, waar we de laatste twee dagen hebben doorgebracht met luieren.
Terug naar boven

28 - 30 januari: Addis Abeba, thuisreis

We zijn alleen nog even naar het Etnografisch museum geweest, waar heel mooi de verschillende aspecten van Ethiopië worden belicht. Verder hebben we uitgebreid geslapen, geluncht en gedineerd en de laatste dag hebben we zeer luxe doorgebracht aan de rand van het zwembad van het Hilton. Ethiopië is echt een fantastisch land, heel divers: Aardige mensen, ontzettend groen in het zuiden, mooie oude cultuur in het noorden. Van de hongersnood hebben we weinig gemerkt. We hebben 1 keer, onderweg van Addis naar Lalibela, een plek gezien waar de overheid voedsel uitdeelde aan een stam die met kamelen van over de bergen uit het oosten waren gekomen.
Wij hebben echt genoten, heel veel foto's gemaakt, maar zijn ook blij weer in ons eigen bedje te kunnen liggen, in ons schone huis met water uit de kraan, en onder onze eigen, warme, douche te kunnen staan.
Terug naar boven